In de trein valt het vaak op hoe verschillend mensen zich gedragen. Vooral het contrast tussen jongens en meisjes springt eruit. Meisjes maken soms spontaan een praatje of geven een compliment, terwijl jongens juist vaak afstandelijk en gereserveerd zijn. Het lijkt bijna alsof ze elkaar niet eens zien, alsof iedere vorm van vriendelijkheid te veel gevraagd is. Maar wat is hier aan de hand? Waarom doen jongens zo afstandelijk, en vooral: moet dat echt zo zijn?
Het heeft veel te maken met hoe jongens worden opgevoed en welke verwachtingen er op hun schouders rusten. Vanaf jongs af aan krijgen ze mee dat ze sterk en stoer moeten zijn. Niet twijfelen, geen kwetsbaarheid tonen en zeker niet te vriendelijk doen tegen vreemden. Vooral in het openbaar moeten ze zich bewijzen, alsof elk sociaal gebaar meteen hun hele imago kan ondermijnen. Het idee is dat een vriendelijke lach of een simpel praatje gezien kan worden als een teken van zwakte. En omdat bijna niemand dat risico wil lopen, kiezen veel jongens voor de veilige weg: hoofd naar beneden, oordopjes in en doen alsof ze druk bezig zijn met hun telefoon.
Maar die terughoudendheid is niet alleen aangeleerd; het wordt ook versterkt door groepsdruk. Wanneer jongens samen reizen, is de angst voor een lullige opmerking van vrienden ineens veel groter. Niemand wil die ene gast zijn die een praatje begint met een vreemde jongen. Het risico op een flauwe grap of een spottende blik zorgt ervoor dat iedereen maar gewoon zijn mond houdt. Zelfs een kort “hoi” voelt dan al als een risico. Het gevolg is een soort ijzige stilte waarin iedereen doet alsof ze elkaar niet zien.
Toch is dat gevoel van afstandelijkheid vaak vooral een façade. Veel jongens zouden best wat socialer willen zijn, maar de angst voor afwijzing zit in de weg. Uit onderzoek blijkt zelfs dat een groot deel van de jongens zich regelmatig eenzaam voelt in sociale situaties. Ze willen wel, maar durven niet. Die spanning tussen willen en niet durven zorgt ervoor dat treinreizen vaak ongemakkelijk aanvoelen. Alsof iedereen op scherp staat en niemand de eerste stap wil zetten.
Het contrast met meisjes is groot. Meisjes lijken zich veel minder zorgen te maken over hoe ze overkomen. Ze geven een complimentje over een leuke tas of beginnen gewoon een gesprek over het weer, zonder zich druk te maken of dat wel ‘stoer’ genoeg is. Waar jongens bang zijn voor afwijzing, lijken meisjes veel meer bezig te zijn met het opbouwen van een fijne sfeer. Misschien komt dat omdat meisjes vaak eerder leren om over gevoelens te praten en sociaal actief te zijn, terwijl jongens juist leren om emoties binnen te houden en vooral niet ‘soft’ over te komen.
Maar misschien hoeft het allemaal helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Soms kunnen kleine gebaren al een groot verschil maken. Een glimlach, even oogcontact, of een kort “hoi” kan al genoeg zijn om die afstandelijkheid te doorbreken. Het mooie is dat vriendelijkheid besmettelijk is. Als jij een keer vriendelijk doet, is de kans groot dat de ander dat ook is. En zelfs als dat niet zo is, wat maakt het uit? Je hebt niks te verliezen.
Het probleem is vooral dat jongens zichzelf vaak onnodig in de weg zitten. Ze denken dat anderen hen meteen raar vinden als ze een keer sociaal doen. Maar dat is vooral een stemmetje in hun eigen hoofd. De meeste mensen staan juist best open voor een gesprek, zeker als dat spontaan en relaxed gebeurt. Niemand verwacht dat je ineens een heel verhaal ophangt. Soms is het laten zien dat je openstaat voor contact al genoeg.
Een vriendelijke sfeer begint bij jezelf. Als iedereen een beetje vriendelijker zou zijn, zouden treinreizen ineens een stuk gezelliger worden. Dat betekent niet dat je meteen gesprekken hoeft aan te knopen met iedereen die naast je komt zitten. Maar een simpele glimlach of een kort “hoi” kan al genoeg zijn om die ijzige stilte een beetje te doorbreken. En misschien voel je je zelf ook wel een stuk relaxter als je niet de hele tijd die afstandelijke houding hoeft vol te houden.
Dus de volgende keer dat je in de trein zit, probeer het eens. Glimlach als je iemand aankijkt, zeg “hoi” als je instapt, of geef een klein complimentje. Wie weet wat voor leuke gesprekken daaruit voortkomen. En zelfs als het niets oplevert, heb je in ieder geval laten zien dat het ook anders kan. Want uiteindelijk willen we allemaal gewoon een beetje op ons gemak reizen, zonder die ongemakkelijke stilte waarin iedereen zich afsluit van elkaar. Bekijk de beelden op de volgende pagina: