Bij het tankstation aan de rand van de stad voltrok zich een angstaanjagende confrontatie die de nachtelijke stilte verbrak. Twee mannen, gehuld in de schaduwen van de nacht, stonden tegenover elkaar met een intensiteit die de omstanders deed huiveren. Hun ogen spuwden vuur terwijl ze elkaar naderden.
Het begon als een ogenschijnlijk onschuldige botsing van ego’s, een misverstand dat snel escaleerde tot een confrontatie. De ene man, een imposante verschijning met spieren als staalkabels, beschuldigde de ander met een stem vol minachting. Zijn woorden waren als brandstof voor de vlammen van conflict, elke zin bracht hen dichter bij de rand van de afgrond.
Plotseling trok een van hen een mchete tevoorschijn, het glinsterende lemmet een sinister symbool van de dreiging die uitging van zijn woede. De omstanders keken verbijsterd toe terwijl de situatie zich ontvouwde tot een schouwspel van geweld dat geen ruimte bood voor redelijkheid.
De andere man, zijn gezicht vertrokken in een grimas van vastberadenheid, aarzelde geen moment en haalde ook een mchete tevoorschijn. De koude glans van het staal weerkaatste het flikkerende licht van de straatlantaarns, waardoor de dreiging van hun duel nog intenser werd.
Het duurde niet lang voordat de eerste slagen vielen, de mchetes snijdend door de lucht met een angstaanjagende precisie. De omstanders deinsden terug, hun adem stokte bij het zien van de beelden op de volgende pagina